Het einde van gebrekkig IPv6-transitieprotocol

De anycast-mogelijkheid voor 6to4 verdwijnt. Deze maand is RFC 7526 uitgekomen. Met dit document maakt de IETF-community een einde aan de onbetrouwbare manier om via een tunnel toegang te krijgen tot internet bestemmingen via het IPv6-protocol als dat niet door de internetprovider geboden wordt. De RFC stelt dat RFC 3068 (“An Anycast Prefix for 6to4 Relay Routers”) de status ‘historic’ moet krijgen, oftewel ‘historisch’ en niet meer relevant voor toepassing. Deze anycast-mogelijkheid gaf namelijk meer problemen dan dat het baat had. Door de anycast-mogelijkheid was een gebruiker nooit zeker van welke tussenstations gebruikt werden als 6to4 Relay Router voor de IPv6-verbinding. Hierdoor was de kwaliteit van de verbinding onvoorspelbaar en liet vaak te wensen over. Bovendien kwamen de retourpakketten meestal via een andere Relay Router terug. Dit resulteert in een afhankelijkheid van twee onbekende tussenstations voor elke verbinding, wat de voorspelbaarheid nog verder verslechterde. Al eerder had RFC 6343 deze problemen voorzien en richtlijnen geboden voor het omgaan met het anycast adres voor een 6to4 Relay Router. Hierdoor zijn veel implementaties die bijvoorbeeld voorrang gaven aan een instabiele IPv6-connectie via 6to4 in plaats van een een stabiele IPv4-verbinding aangepast. Het gebruik van 6to4 is in de statistieken al bijna niet meer zichtbaar. Maar omdat er toch nog enig gebruik gesignaleerd wordt is het goed dat het nu voorgoed wordt afgeschaft.

De RFC stelt nog een andere RFC op non-actief, nl. RFC 6732 (“6to4 Provider Managed Tunnels”). Ook deze RFC gaf ISP’s aanbevelingen hoe om te gaan met anycast 6to4 en is dus niet meer nodig. Bovendien is er voor ISP’s die ad-interim IPv6-toegang via een tunnel willen bieden, in plaats van ‘native’, een alternatief beschikbaar. Dit is ‘6rd’ zoals beschreven in RFC 5969.


Geplaatst

in

,

door

Tags: